dinsdag 28 juni 2011

Hare

Haar voeten speelden met de lucht, wiebelend, ver boven het oppervlak. Ze was verder weg dan iemand ooit zou kunnen zien. Althans, dat zou ze hebben gedacht. Want hij zag haar, had haar altijd gezien. Nooit zou hij haar uit het oog verliezen. Dat durfde zijn blik niet. Nee, van wegkijken was geen sprake. Want wanneer hij dan terug zou kijken, zou ze er niet meer zijn. Dat kon gewoon niet. Ze had er altijd gezeten en hij had geen moment weggekeken, om dit nu te doen was ondenkbaar. En toch leek ineens alles en iedereen om zijn aandacht te vragen. Niet het zwierige takwerk waarop haar achterwerkje gepositioneerd was, niet haar eindeloze, krullende haar. Alles, maar niets. Niet aan haar.Wanneer zijn ogen haar vermeden, zou ze vallen. Dan was het zijn schuld. Hij had het gedaan.
Maar met elke wiebeling werd zijn zicht slechter, zijn brein onzekerder. Even wist hij niet eens meer dat ze daar was, maar ze was er wel. Eventjes. Een glimp wist hij van haar gelukkige, volmaakte gezichtje op te vangen. Daarna viel ze.

zondag 26 juni 2011

De laatste loodjes

Nog drie weken school. Heerlijk, denken we dan. Geen huiswerk meer, geen gestress voor toetsen. Lekker een paar weken hersendood in de zonneschijn hamburgers inhaleren. Het klinkt geweldig, dat is het ook, maar vaak vergeten we iets heel belangrijks: het moeizame, stressvolle proces dat eraan vooraf gaat.

Mijn 'examenweken' -voor zover je de ordinaire toetsen examens kan noemen in vier havo- zijn bijna achter de rug en daar ben ik ontzettend blij mee, maar ik zie het gevaar al weer aan komen.
Elke ochtend, elke middag, elke avond spit ik alle kopjes van de schoolsite af die voldoen aan het signalement dat ik aan 'CIJFERBERICHT' verbind. Niets. Elk moment op de dag dat ik niet besteed aan het hervatten van mijn bruut opgebroken slaapproces staat onze digitale cijferlijst open. Je moet toch iets. Maar nee, het is je reinste bedrog.
Docenten maken namelijk helemaal geen gebruik van digitale cijferlijsten. En ook niet van de mail. Het zijn digibeten. Maar aangezien een pen niet dusdanig digitaal is dat een docent ervoor terugdeinst, vrees ik dat dit ellenlange stappenplan van uitstellen en niet nakijken zijn oorsprong puur in luiheid vindt.

Zo kwam laatst mijn filosofiedocent, één van de zeldzame docenten waar ik geen godsgruwelijke hekel aan heb, tien minuten te laat binnen. Tien. Haar excuus was 'ik moest mijn dochtertje nog voeren'.
Wie geeft docenten in godsnaam het recht om maar voor elk wissewasje te laat te komen? Ik kan ook zeggen dat ik mijn kind nog voedsel door haar strot moest duwen (al zou dat niet heel geloofwaardig overkomen) en alsnog een briefje moeten halen bij de administratie. Hetzelfde geldt voor toetsen. Wij, de leerlingen, moeten altijd alles op tijd inleveren. Doen we dat niet, dan krijgen we een één. Ondertussen moeten we hard leren voor toetsen (waarvan de vragen voor een deel compleet achterlijk zijn) en die maar weer braaf bij onze docentjes inleveren. Kortom: we moeten met alles altijd op tijd zijn, want anders.
Maar wat gebeurt er dan, zo na een toets? Niets. Geen cijfers. Na zelf uren te hebben gestrest valt iedere schoolse verplichting weg en hoeven docenten blijkbaar ook niet meer na te kijken. Want ach, het zijn toch maar leerlingen. Die nemen wel genoegen met een cijfertje vroeger of later.

NEE.

Daar nemen wij geen genoegen mee. Ik heb net het eerste deel van de toetsweek achter de rug en ben erg benieuwd naar en bezorgd over mijn cijfers. Elke keer klopt mijn hart in mijn keel als ik de schoolsite open. Onnodige stress, want de cijfers zijn er toch nooit.

Docenten zouden eens een voorbeeld moeten nemen aan hun leerlingen. Dat meen ik echt. Natuurlijk is niet elke leerling perfect, maar ik denk dat een docent aan mij best een voorbeeld zou kunnen hebben. Ik doe mijn uiterste best om overal op tijd te komen, ik maak mijn huiswerk en ik leer. Ik kan vragen beantwoorden als dat nodig is en doe niet minder dan van me verwacht wordt.
Deden docenten dat maar eens. 

zondag 19 juni 2011

Hoe het was om liefdeloos te leven had zijn onaangetaste ziel reeds jaren ervaren. Het isolement dat zich krampachtig om elke mogelijke ontwikkeling sloot, mogelijk om deze in de kiem te smoren, begon zich met de dag strakker om zijn borst te sluiten. Het werkte zo verstikkend dat aan ademen denken alleen al onrealistisch was, in feite was hij al dood.
Alles dat hij moest doen was schreeuwen. Schreeuwen om hulp, om bevrijding. Schreeuwen om redding. Maar schreeuwen ging niet, dat wist hij. Want iedere klank die zijn keel wilde verlaten, bleef jammerlijk kleven in zijn opgedroogde verdriet. Hij zou maar moeten wachten. Wachten tot het harnas zich strakker sloot. Tot hij zou sterven, alleen.

woensdag 15 juni 2011

Complottheorie #495607

Woensdagavond. Ik maak een werkstuk over Psychobilly voor Frans. Een doodnormale dag, lijkt het.

Maar dat is het niet. Want als ik zoals altijd weer eens verveeld ben geraakt en begin door te klikken op wikipedia ('Oh, ik vind gothabilly ook wel interessant. Oh hé, ik wil eigenlijk wel wat meer weten over die Skinheads die dus eigenlijk helemaal niet racistisch zijn -waar overigens nog eens een blog over komt-'), om vervolgens op iets opmerkelijks te stuiten: de Ku Klux Klan. Voor wie het niet weet, de Ku Klux Klan is een organisatie in Amerika die zich bezighoudt met het terroriseren van etnische minderheden en ander racistisch geweld. Ziek, maar dat wist ik al. Maar na dat te hebben gelezen stuit mijn oog op iets anders: het logo...

Kijk vooral eens goed naar het midden.














Doet het je niet ergens aan denken?











Ik vraag me af wat het verhaal hier achter is. Zou Vodafone stiekem uit agressieve racisten bestaan of is het gewoon toeval? Het lijkt gewoon té toevallig, maar dat kan ook zijn omdat ik dit zo sensationeel vind.

zondag 12 juni 2011

Huilend als een oude ziel wiens bestaan haast ten einde is sta ik, met openliggende voeten en verstuikte enkels, op de immense rots die boven alles uittorent. Dit keer is het echter niet mijn bestaan dat bijna ten einde is, het is het jouwe. Mijn muze, je staat daar zo stilletjes en toch zo wanhopig. Je klemt je lippen stijf op elkaar maar ik weet dat je van binnen schreeuwt. Ik wil je helemaal niet laten gaan, ik heb daar nooit ook maar een moment aan gedacht. Ik kan het haast niet bevatten, hier staan we dan. Beide aan een andere kant van ons universum, met aan jouw kant toch wel een sinistere afbraak. Ik probeer te fluisteren, elk woord dat mijn keel verlaat is als een scheermes dat door mijn hele lichaam glijdt. Mijn adem stokt, mijn ogen sluiten zich. Ik wil er niet aan denken, ik wil het niet zien. Ik wil me omdraaien. Ja, dat zal ik doen. Ik draai me om, dan zal er niets gebeuren. Dan zie ik je morgen weer en zul je naar me lachen, de zon op laten komen en weer laten zakken precies wanneer jij dat wil. Maar hoe gelukkig die gedachte ook is, ik weet dat de realiteit me als een vuist zal raken. Een laatste traan verlaat mijn gezicht als ik mijn ogen open. Eventjes balanceer je nog, dan stort je in de diepte.
Je bent weg.

zaterdag 4 juni 2011

Mijn eigenaardigheden

Och och, wat is het lang geleden dat ik hier iets heb gepost. Ik weet dat ik dat vaker zeg en ik weet óók dat ik me er vaker voor verontschulig, maar toch. Sorry. Inspiratie is helaas nog steeds erg ver te zoeken en ik heb enorme last van een zogenaamde "writer's block", wat dat alleen nog maar erger maakt. Daarom vandaag geen vermakelijk stukje tekst, maar een lijstje van dingetjes in mijn persoonlijkheid die de meeste mensen als vreemd ervaren. Voilá.

1. Ik heb een ontzettende hekel aan mensen. Natuurlijk zijn er wel mensen waarmee ik het goed kan vinden en ik heb ook echt wel vrienden (al zijn die op één hand te tellen), maar met de mensheid in het algemeen kan ik het bizar slecht vinden. Ik weet niet precies waar dat door komt, maar er spelen wel wat factoren mee. Hebzucht bijvoorbeeld, en egoïsme. En oh, vooral het gevoel dat de mens superieur aan alles is. Bah bah bah.
Een goed voorbeeld is een fragment over dromen dat ik te zien kreeg tijdens een kijk-luisterexamen Engels, waarin werd verteld dat bij een kat een stuk van de hersenen was weggehaald, 'maar bij mensen kunnen we dat natuurlijk niet doen'. Gadverdamme, wat walg ik van de mens.

2. Ik kan niet omgaan met autoriteit. Als iemand probeert me iets te laten doen, word ik erg snel boos. Ik denk dat dat een deel van mijn persoonlijkheid is dat te maken heeft met zelf denken. Ik vind het niet leuk als mensen gehoorzaam achter iemand aan lopen, dus doe ik het zelf ook niet. Daarnaast vind ik niet dat iemand het recht heeft om zich beter te voelen dan ik, al was die persoon de voorzitter van de VN. Naar mijn mening is iedereen gelijk, ongeacht wat we hebben bereikt of gedaan in het leven.

3. Ik vind slagroom uit een spuitbus veel lekkerder dan verse slagroom. Vraag me niet waarom dat is, ik weet het zelf ook niet. Misschien komt het doordat verse slagroom zo'n soort drabje is. Ik ben niet zo dol op drabjes.

4. Ik vind eten met 'verrassingen' absoluut niet lekker. Ik vind het fijn als ik weet wat ik eet. Ik vind het dan ook verschrikkelijk als mijn moeder weer eens creatief is geweest met de spaghettisaus: als ergens ondefinieerbare stukken groente in drijven vind ik dat vreselijk goor. Wat dat betreft ben ik maar een saai mens: geef mij alsjeblieft sperziebonen met aardappelen en een gehaktbal. Oh, en saus apart, alstublieft.

5. Ik lust geen sushi. Ik weet dat het een schande is voor food-trendwatching Nederland, maar ik vind het rauwe visje met zijn huid van zeewier verschrikkelijk. Sterker nog, ik heb het meerdere malen geprobeerd, tot kokhalzen aan toe, maar het lukt me gewoon niet om het weg te krijgen.

6. Ik wél gek op rijst. Als er geen taugé, paprika, fruit of andere vreemde dingen doorheen zitten dan. Sausje, vleesje (of visje, of tofutje) en één of twee soorten groente met plakkerige rijst vind ik heerlijk.

7. Ik vind eten vaak lekkerder als het nog niet helemaal gaar is. Denk hierbij aan pannekoeken, koekjes, cake, muffins... Ik vind het heerlijk als de binnenkant eigenlijk nog niet klaar is. Soms ben ik zelfs bereid om gewoon de beslagkom leeg te eten en helemaal niks te bakken.

8. Ik ben redelijk stipt. Echt waar, ik doe altijd mijn uiterste best om overal op tijd te komen. Al moet ik er 80 km/u voor fietsen, ik moet en zal op tijd komen. Helaas wordt dit vaak verhinderd door huiselijke situaties (lees: ouders en broertje) die me in de weg zitten, waardoor niemand me gelooft als ik dat vertel. Maar echt, ik word gék als ik ergens te laat kom. Vaak schaam ik me dan ook helemaal dood, al vindt de persoon in kwestie dat meestal helemaal niet erg.

9. Ik vertrouw mensen erg moeilijk. Ik wil mensen nooit iets vertellen. Dit komt doordat ik ze óf niet vertrouw met de informatie (genoeg mensen hebben immers bewezen dat ze niet te vertrouwen zijn), óf bang ben dat de waarheid ze pijn doet. Toch doe ik mijn uiterste best om alles aan mijn vrienden te vertellen, hoor. Maar soms is het moeilijk.


10. Ik ben gek op achtbanen, maar in een draaimolen word ik misselijk. Spreekt voor zich, denk ik.

11. Ik maak niet zo makkelijk vrienden en wil dat ook vaak niet. Op vakantie e.d. ben ik nooit de persoon die zich in het feestgedruis stort (zie ook 12), ik ben vaak nog liever alleen dan dat ik initiatief moet nemen. Daarbij ben ik erg streng voor mezelf en anderen en laat ik mensen niet zo snel toe in mijn persoonlijke ruimte.

12. Ik ben geen feestbeest. God, wat zou ik willen dat ik het was. Natuurlijk, soms wil ik er best even uit, even vreemd doen en losgaan, maar in relatief ongezonde mate. Als ik zie dat mensen elke vrijdagavond uitgaan, zakt mijn mond even open. Het lijkt me helemaal niks. Ik krijg er alleen maar een onrustig hoofd van. Op een vrijdagavond zit ik liever op mijn vensterbank te genieten van de ondergaande zon, ik zie het  nut er niet zo van in om elke vrijdag een immense hoeveelheid alcohol in je lichaam te pompen.

13. Ik ben socially awkward. Iedereen kent wel zo'n persoon waarbij de gesprekken stilvallen, het oogcontact veel te wensen overlaat en de gesprekken een zeer pijnlijke dood sterven. Die persoon ben ik. Tenminste, voor onbekenden. Als mijn vrienden in de buurt zijn ben ik heel leuk en gezellig.

14. Soms kan ik niet stoppen met praten. Op die momenten wil ik mezelf met liefde de mond snoeren, maar het gaat niet. Ik ben een soort waterval van woorden die over iedereen heen dendert. Heel gezellig, maar ik kan me voorstellen dat mensen er soms gek van worden.

15. Ik laat niet snel zien hoe ik me voel. Dat doe ik simpelweg omdat ik niet wil dat mensen zich zorgen om me maken, ik kan alles zelf wel dragen. Zij moeten lekker hun eigen leventje leiden en zich niet in de weg laten zitten door hoe ik me voel.

16. Ik ben een controlfreak. Tijdens samenwerkingsopdrachten wil je me niet meemaken, ik trek alles naar me toe en kan geobsedeerd raken door een simpele opgave. Ik wil vaak alles zelf doen en snauw alles en iedereen om me heen af als het niet goed gaat.

17. Ik ben dol op regen, ook op de fiets. Er is niets dat me zo blij maakt als regen. Het werkt inspirerend en rustgevend en vaak krijg ik het gevoel dat alles even van me af spoelt. Dat is natuurlijk een ander verhaal als ik naar school moet, want na zo'n regenbui wil ik me wel even lekker kunnen opfrissen.

18. Ik ben geobsedeerd door de dood. Het is niet dat ik er blij van word als iemand doodgaat, dat zeker niet, maar als ik begrafenissen, horrorfilms e.d. op televisie zie krijg ik daar een heel apart gevoel van en kan ik eigenlijk niet stoppen met kijken. Dat heb ik overigens alleen als het om fictie gaat, want met de dood in het echte leven heb ik niets.

19. Ik maak heel makkelijk vriendschappen kapot. Leuk persoon ben ik hè? Het is wel echt zo. Als iets me niet zint, is het vrij makkelijk afgelopen. Je moet het dan wel goed voor elkaar hebben, maar als dat eenmaal zo is en ik je zat ben, kan ik makkelijk afscheid van je nemen.

20. Ik lust geen appelmoes en pindakaas. Vroeger ook niet. Ik ben gewoon niet zo dol op prutjes, denk ik.

21. Ik kan chocola eten als een ongestelde vrouw. Van chocola kan ik echt nooit genoeg krijgen en het is dan ook één van de meest geapprecieerde cadeaus die je me kan geven.

22. Ik vind eigenlijk nooit een lange tijd hetzelfde leuk. Dat heb ik met muziek, maar ook met bezigheden. Zo vind ik het het ene moment heerlijk om te fotograferen (afgelopen herfst/winter), maar schilder ik het andere moment liever de hele dag.

23. Ik vind manga en anime verschrikkelijk. Ik kan niet kijken naar poppetjes met belachelijk grote ogen, veel te wild haar en vrijwel geen neus en lippen. Ik snap ook niet wat mensen er leuk aan vinden.

24. Ik vind schrijven geweldig, maar lees heel weinig. Ik heb nooit het geduld voor boeken, of beter gezegd, de tijd. Want naast alles wat ik doe is er voor lezen eigenlijk redelijk weinig ruimte.


25. Ik eet niets waarvan je kan zien wat het geweest is. Hiermee doel ik op vlees. Vroeger at ik nog graag kippenpoten en dergelijke, maar nu walg ik daarvan. Het vlees is lekker, dat wel, maar ik kan daar gewoon niet tegen. Ik heb een tijdje geprobeerd om vegetariër te worden, maar dat is vrij moeilijk in deze familie. Misschien is dit een soort compromis.

Binnenkort meer? Wie weet. Ik beloof niks.