donderdag 21 oktober 2010

Champignonliefde

Toen ik klein was gingen we vaak op vakantie naar Frankrijk. Vaak was onze bestemming de Dordogne, een onwaarschijnlijk mooie streek waar ik op die leeftijd helaas nog niet veel van zag. We raakten er nooit op uitgekeken en daarom gingen we er ook meerdere malen heen.

De herinnering die me het meest bijstaat is die van het meest gezellige en heerlijke restaurant ooit. Nouja, naar de mening van een zesjarige (?) dan. Het was een klein restaurant in een pittoresk plaatsje waarvan ik helaas de naam vergeten ben. Het heette als ik het goed heb "Le Pompon Rouge". Het was gevestigd in een schattig pand, zo'n typisch frans pand met luikjes voor de ramen en enorm veel klimop tegen de voorgevel. Ook het typische, smeedijzeren uithangbord ontbrak niet en de verf mocht dan een beetje afbladderen, ik vond het geweldig. Maar de buitenkant, en zelfs het uithangbord, waren niet het beste. Dat was de sfeer.

Toen we er voor de eerste keer binnenkwamen, zat er een gitarist met een rauwe stem op een minuscuul podium voor het doorgeefluik van de keuken. Elke noot die hij zong was gemeend en zijn gitaar had een mooie toon. Dat, gemixt met het geroezemoes en schemerige kaarslicht zorgde voor een enorm warme sfeer die me zelfs in de vorm van een herinnering nog blij maakt.
En dan hebben we het nog niet eens over het eten gehad. Nadat mijn oma me op een stoel had geholpen, kreeg ik de menukaart in mijn handen. Ik wist natuurlijk niet wat al die franse krabbeltjes betekenden, dus ik koos maar wat uit. Twee dingen, om precies te zijn, want ik kreeg de zeldzame kans om een voorgerecht uit te kiezen. Uiteindelijk bleek het dat ik Franse Uiensoep en Gegratineerde Champignons had gekozen. Dat laatste staat me het meest bij en was zo heerlijk dat er elke keer als ik erover praat champignontekentjes (een variatie op de befaamde dollartekentjes) in mijn ogen verschijnen. Ik heb besloten het zelf binnenkort ook eens te gaan maken, want het was heerlijk. Maar misschien komt dat omdat ik toen nog niet naar films voor zes jaar en ouder mocht.

Na dit geweldige hoofdgerecht was er een verrassing; er was geen dessertkaart. Integendeel, er was geen dessert. Er waren desserts. Meervoud. Met een S erachter.
En het was all you can eat.
Het dessert kwam in de vorm van een grote kar met allemaal verschillende borden, groot en klein, met daarop de heerlijkste dingen. Op het ene bord vond je oude kaas, op het andere bord een bavarois, dan weer bosvruchtentaart of chocoladegebak... Alles was lekker. Zelfs in combinatie, geen uitzondering.
En dus leefde ik me uit. Ik at en at en at en vrat. Ik vrat tot ik niet meer kon en nodig naar de wc moest. En daarna vrat ik weer. Achteraf lijkt het asociaal, maar ga er zelf maar eens eten.

Helaas kan dat niet meer. Enkele maanden later kwamen we de eigenares van het restaurant (toevallig een Nederlandse)tegen op een markt in Nederland, waar ze vertelde dat ze failliet waren gegaan. Mijn kinderdroom zal zich dus helaas nooit herhalen, maar ik wil de eigenaars van het restaurant bedanken voor de geweldige avond die ze me toen, als klein kind, hebben gegeven. Het was heerlijk.
En dat hebben ze gemerkt ook.

4 opmerkingen: