donderdag 30 september 2010

Ruisend jij in de blinde nacht. Duisternis is waarneembaar, jouw vorm onbekend.
Het silhouet onderscheidt zich nauwelijks van de nevel die het geheel besiert. Lichaam en gedachten worden één, smelten samen, als iets ranzigs dat mij toch geluk brengt.
Het gezichtsveld vervaagt en dan is er enkel niets. Nietigheid vervult mij, lijkt me bruut te willen slachten.
Jouw afwezigheid doet pijn, laat onzichtbare en toch etterende wonden achter. Wonden die nooit zullen helen en bij elke gedachte dieper zullen worden, tot de pijn het hart bereikt en ons leidt naar het sterven.
Wij zijn een gestorven droom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten